Hoe ga je om met agressie en onbegrepen gedrag?

Hoe ga je om met…

Veel van mijn collega’s werken direct met bewoners. Deze bewoners hebben vaak een vorm van hersenschade. Dat kan zijn omdat ze bijvoorbeeld een vorm van dementie hebben, een CVA of ongeluk hebben gehad. Er is vaak sprake van schade aan het brein.

Onze hersenen. Het aansturingssysteem van ons lichaam en geest. Het is een beetje de cockpit van een vliegtuig met allerlei knopjes overal. Aan de zijkant, voorkant, maar ook boven de piloot. Knoppen, hendels, schakelaren en schuifjes. Het ziet er ingewikkeld uit, maar de piloot weet precies wat hij moet doen en nodig heeft om het vliegtuig (ons volledige lijf) te besturen. Ons brein is fascinerend, maar ook complex. Maar wat als de cockpit beschadigd raakt? Als de piloot even kort niet meer weet welk schuifje hij nodig heeft om de wielen uit te draaien van het vliegtuig? Wat als de landing ineens hobbeliger is dan voorheen? Maar goed de cockpit, ons brein raakt beschadigd. Het vliegtuig begint te stotteren, de verkeerde schuifjes en knoppen worden ingedrukt. En soms drukken ze in deze cockpit op de noodknop. Dat zien wij terug bij onze bewoners in onbegrepen gedrag. Gedragingen die mensen in diens omgeving niet begrijpen. Wat doet deze persoon nu? Waarom zou hij dat doen? Ik snap er helemaal niks van. Wacht ik neem je mee aan de hand van een voorbeeld. Mevrouw van Rijt (naam is fictief) heeft een vorm van dementie. Ze weet het niet allemaal meer. Ze vergeet dingen die net zijn gebeurd en praat veel over het verleden. Rond de klok van 3 uur. Net voor de overdracht van de personeelswisseling. (De avonddienst neemt het over van de ochtenddienst) begint mevrouw met lopen. Het wordt onrustiger om haar heen. Maar mevrouw wordt ook onrustiger. Buiten wordt het al wat donkerder en op de achtergrond roept een familielid; ‘Houdoe, ik ben naar huis. Ik kom van de week wel weer terug!’ Mevrouw van Rijt komt met haar stramme lichaam staan, pakt haar rollator en rolt haar rollator naar de dichtvallende deur die net in het slot valt. BAM. Mevrouw van Rijt klopt op de deur en zegt; ‘Joehoe, ik moet ook naar huis! Mijn mama zit thuis met het warme eten.’ Intussen reageert Meneer Hamer op de achtergrond; ‘Warm eten, ohja, het is 5 uur!’. Mevrouw van Rijt draait om en zegt; ‘Vijf uur? Dan moet ik opschieten.’ Ze begint meer te rammelen aan de deur en haar stemvolume neemt toe. Ze herhaalt op een gegeven moment meerdere keren het woord ‘help’. Er ontstaat een gevoel van paniek bij haar. En ze wil duidelijk naar huis. Collega Ans steekt haar hoofd om de hoek en zucht. Ans zegt; ‘Jezus, is het alweer zo ver? Mijn vierde avonddienst en weer staat ze daar te schreeuwen, ik word er niet goed van’.

Dit is waarschijnlijk een herkenbaar voorbeeld binnen de ouderenzorg. Mensen willen naar huis. Want thuis is vaak toch de prettigste plek. Thuis in jouw eigen huis of thuis bij jouw ouders. Maar hoe ga je hiermee om? Daarvoor organiseren de sociaal agogen en de GET-trainers (Gedrag Expertise Team) binnen Oktober de Zorgweerbaarheid en De-escalatietraining. Deze training bestaat uit 3 modules. Ik zal ze bespreken aan de hand van de situatie rondom Mevrouw van Rijt.

De eerste module betreft jouw eigen weerbaarheid. Hoe zit jij in de wedstrijd als mens? Hoe begin jij jouw dienst of jouw werkdag? Kijk je al als een berg op tegen de moeilijke situatie van mevrouw van Rijt? Of stap je er gewoon fris opnieuw in zonder vooroordeel? Het laatste kan enorm helpend zijn. Ook al is dit met momenten niet gemakkelijk. Maar als jijzelf niet lekker in je vel zit, krijg je dit ook vaak terug uit jouw omgeving. Een makkelijker voorbeeld aan de hand van kinderen. Je wil in de ochtend even snel de kinderen uit bed halen en activeren. Zelf aankleden, brood smeren en hoppa. Naar school! Want jij hebt haast. Je moet voor half 9 op jouw werk zijn. En op deze ochtend zit alles tegen. De kinderen hebben geen zin. Ze reageren geïrriteerd op jouw haastige boodschappen om snel de boterham op te eten. De kinderen vragen; ‘Waarom jaag je ons zo op?’. Tegelijkertijd valt door jouw haast een pak melk om en druipt de melk langs de oven naar beneden. ‘Ook dat nog!’. Het voelt alsof deze ochtend alles tegenzit. En intussen is het al bijna 9 uur. Je bent meer dan anderhalf uur kwijt met de kinderen. Je bent officieel te laat op jouw afspraak! Chips. Maar in dat weekend heb je dezelfde taak. De kinderen moeten uit bed, zelf aankleden, brood smeren enzovoort. Je hebt in je hoofd tijd genoeg. Geen haast. Het is immers zaterdag. Weekend! De kinderen komen uit bed, springen aan tafel, smeren brood en de ochtend is begonnen. Het pak melk berg je netjes op in de koelkast na het ontbijt. De kinderen zijn intussen buitenspelen. Heerlijk. Rust. Nu tijd voor een kop koffie. Je ploft neer met je kop koffie en kijkt naar de klok. Huh? Het is kwart over 8. De kinderen en ik hebben dezelfde taken gedaan in minder dan drie kwartier. Hoe kan dat nou? Dit voorbeeld laat duidelijk zien dat het uitmaakt hoe jij in de wedstrijd zit. Thuis, maar dus ook op jouw werk. In het voorbeeld voelen de kinderen de onrust van de ouder. En dat voelen onze bewoners ook. Nogmaals, dit is niet altijd gemakkelijk. In het voorbeeld van mevrouw van Rijt is mijn collega Ans aanwezig. Ans heeft er al vier dagen op zitten met de gedragingen van mevrouw van Rijt. Er zijn wel aspecten die jou hierin kunnen helpen, maar ik kan niet alles weggeven natuurlijk. Daarvoor kun je deelnemen aan de training. (Knipoog)

Module twee is preventief aansluiten. In deze module staan we stil bij preventief werken. Hoe kun jij ervoor zorgen dat bepaalde gedragingen of situaties niet verder opbouwen en uit de hand lopen. Tijdens deze module gaan we ook actief aan de slag. Sommige dingen kan je honderd keer uitgelegd krijgen, maar soms moet je nieuwe vaardigheden echt even uittesten. Hoe voelt dat dan? En voel je het verschil? Preventief aansluiten bij onze bewoners is belangrijk. Dit doe je door tijdig aan te sluiten bij de bewoner. Je moet dan eerst weten hoe je kunt zien dat iemand onrustiger wordt. Mevrouw van Rijt laat dit duidelijk zien. Ze staat op, gaat aan de wandel en begint ook wat meer te praten. Als je goed kijkt, merk je ook meer spierspanning. Ze spant soms al haar spieren ineens aan. En dat wordt steeds erger. Er zijn wel aspecten die jou hierin kunnen helpen, maar ik kan niet alles weggeven natuurlijk. Daarvoor kun je deelnemen aan de training. (Knipoog)

De laatste module is effectief de-escaleren. Stel dat preventief aansluiten niet meer kan of niet is gelukt? Dan kan het zijn dat een situatie uit de hand loopt. Dan helpt het om ook hierop voorbereid te zijn. Want wat doe ik als mevrouw van Rijt mijn grens als medewerker overgaat? Als mevrouw van Rijt escaleert of als ze naar mij gaat wijzen met die boze priemende ogen? Of slaande bewegingen maakt? Of me uit gaat schelden? De laatste module richt zich op hoe je een dergelijke situatie kunt de-escaleren. Je neemt de regie om de situatie te veranderen. En het doel is vaak rust. Rust in de situatie, afdeling, woonkamer of andere plek. Ook daar zijn hulpmiddelen en vaardigheden voor. En je voelt de knipoog al aankomen. Die krijg je bij deze training.

Dergelijke lastige situaties ervaren we allemaal. Niet alleen op ons werk met bewoners, maar kan ook met collega's, verwanten, familieleden, mensen uit de buurt, verzorgers, vrijwilligers, leidinggevenden of enzovoort.

Ik eindig met een veelgehoord citaat van jouw collega's die al deel hebben genomen aan de training: ‘Alle medewerkers zouden deze training moeten volgen, want het is waardevol. Met een goede mix tussen theorie en praktijk. Ja je moet dit ervaren en een keer voelen’.

Het is een echte aanrader dus. (al zeg ik het zelf)

Groetjes Tom Mouwen, Sociaal agoog bij Ouderenzorgorganisatie Oktober

PS: Ik schrijf deze blog ook namens mijn collega sociaal agogen en collega's van het GET-team(Gedrag-Expertise-Team)

Gepubliceerd op 23-07-2024 om 07:47